DE BLAUWE RUS, de zachtaardige aristokraat .

Geschiedenis

Mensen die enige tijd van hun leven hebben mogen delen met een Rus, zullen stuk voor stuk aangeven dat het de aristocraten onder de katten zijn.
Alhoewel zijn Russische afstamming voor sommigen twijfelachtig is wordt toch aangenomen dat de Blauwe Rus zijn origine heeft in de streek van de Witte Zee-haven Archangelsk in noord-west Rusland.
Blauwe, kortharige katten werden destijds in Rusland beschouwd als geluksbrengers.  Heel wat gezinnen hadden zo’n kat thuis rondlopen of, als alternatief, de afbeelding van een kleine, blauwe kat met een gedichtje erbij, aan de muur hangen.
Zeelui  en handelaars brachten deze katten mee van hun reizen in Rusland en introduceerden ze zo in Engeland in de eerste helft van de 19de eeuw.  Vanaf ongeveer 1875 werden ze ook geshowd in de Crystal Palace-tentoonstellingen in Londen.
Destijds werd de Blauwe Rus ook Archangel-kat, Spaanse Blauwe Kat of simpelweg Foreign Blue genoemd.
In 1893 werden Olga, Pashoda en Yula geïmporteerd uit Archangelsk door mevrouw Carew-Cox en in 1898 kwam de kater Bayard uit Rusland.
Deze katten werden beschreven als zijnde “slank, lang, gracieus met een dikke zilverige vacht”.
Een eeuw  geleden beschouwden heel wat kattenexperts de Blauwe Rus niet als apart ras en de toenmalige first lady van de GCCF (General Council of the Cat Fancy) Frances Simpson beweerde dat het geen specifiek ras was en daarom ondergebracht moest worden bij de kortharige Engelse rassen.
In de VS schreef Helen Winslow zo rond dezelfde periode dat veel mensen de Rus beschouwden al s een lichter gekleurde versie van de zwarte kat, gekend als de Archangel, Russisch Blauw of Chartreuse Blauw !
Tijdens de eerste kattenshows vanaf 1850 werd de Blauwe Rus samen met de British Blue in dezelfde klasse gekeurd alhoewel zij aanzienljk van uiterlijk verschilden.  Dat verklaart ook het rasnummer 16, waar veel later een “a” aan werd toegevoegd voor de Blauwe Rus.
De British Blue viel door zijn pluizige vacht en cobby uiterlijk veel meer in de smaak bij zowel keurmeesters als publiek en de Blauwe Rus geraakte hierdoor wat in de verdrukking én uit de interesse.  Dit duurde ongeveer tot 1912, toen de beide rassen eindelijk onderverdeeld werden in British Blue en Foreign Blue. 
De populariteit  van de Blauwe Rus nam geleidelijk toe tot aan WO II.
In 1948 werdhet ras eindelijk officieel  “Russisch Blauw” gedoopt.
In 1907 arriveerden de eerste Russisch Blauwe katten in de VS .  Eigenlijk begonnen de fokkers daar pas in 1947 met een systematisch fokprogramma, maar na een periode van niet al te selectieve fok werden de Blauwe Russen katten, die onderling enorm van elkaar verschilden en zelfs wat begonnen te lijken op de American Shorthair. 
Na de tweede wereldoorlog bleven er in Engeland, dankzij mevrouw Rochford van de Dunloe-cattery, 3 fokkatten over.   Deze katten werden later, uit pure noodzaak, gekruist met Britse Kortharen, Siamezen en zelfs Burmezen.  Deze noodgedwongen kruisingen waren natuurlijk schadelijk voor het ras en de Blauwe Rus werd een hybride.  De oorspronkelijke amberkleurige ogen werden mede door deze combinaties groen, zoals ze heden nog steeds zijn en de karakteristieke dubbele vacht ging dikwijls verloren.
In de jaren vijftig van vorige eeuw werd de officiële rasstandaard herschreven, omdat, door inkruising van Siamezen, de Blauwe Rus een uitgesproken slanke kat van het Siamese type werd.  In het midden van de jaren ’60 besloten in het Verenigd Koninkrijk  enkele toegewijde Russenfokkers om terug te keren naar de originele karakteristieken van het ras : de korte, wigvormige kop met geprononceerde snorhaarkussentjes, rechtopstaande oren en de korte, dubbele vachtstruktuur met zilverglans.
Deze hernieuwde interesse in het ras leidde ertoe dat de standaard nog maar eens veranderd werd met de uitdrukkelijke vermelding dat “het Siamese type ongewenst was”.  Na vele dubieuze veranderingen lijkt de huidige Blauwe Rus in bijna alle aspecten (uitgezonderd de oogkleur) terug op de originele Archangelsk-kat.
De Amerikaanse standaard verschilt nog steeds  van de oorspronkelijke GCCF-standaard.

Karakter

De Blauwe Rus wordt niet voor niets de aristocraat onder de kattenrassen genoemd.  Hij toont een zekere elegantie  en hij is eerder bescheiden,  rustig, vriendelijk en heel aanhankelijk aan “zijn” mensen en verdraagzaam tegenover andere rassen.
Ze beschikken over een zacht stemgeluid, behalve tijdens de krolsheidsperiode. 
Gelukkig is dit mooie ras nog niet ten prooi gevallen aan zijn eigen populariteit maar, ééns je verliefd wordt op een (vierpotige) Rus, is dat voor het leven  en zul je niet gauw een ander ras als gezelschap  nemen.

Voor de ontwikkeling van Russisch Wit en Russisch Zwart gaan we  naar Australië aan het eind van de zestiger jaren van de vorige eeuw.
Dick en Mavis Jones, Blauwe Russenfokkers, hadden ergens iets gelezen over witte Russisch katten die leefden in de besneeuwde gebieden in Siberië en ze hadden er zelfs foto’s van ontvangen .
Het lijk wel het begin van een sprookje.
Ze droomden daarom van een prachtige Russisch Witte kat met al de karakteristieken van een Blauwe Rus.....
De Jones’ experimenteerden met een witte kat, een huiskat zonder stamboom weliswaar, die ze van een diplomaat van een ambassade in Sydney hadden gekregen in ruil voor een Blauwe Rus.   Deze witte poes werd gepaard aan één van Jones’ Russisch Blauwe dekkaters en in haar nestje werden 2  witte kittens geboren waarvan het mooiste, White Rose, werd gehouden.
Er werd aan TICA een toelating gevraagd om Russisch Wit te mogen beginnen fokken en het fokprogramma stond onder supervisie van twee  dierengenetici van de universiteit van Sydney.
Na 5 jaren intensief en gecontroleerd fokken hadden ze het eindelijk gehaald.  Er werd een strikt fokprogramma opgezet om ervoor te zorgen dat  geleidelijk aan de beste kwaliteiten en karakteristieken van de Blauwe in de Witte Russen zouden overgaan.  In 1976 stelde de familie Jones 5 volwassen Witte Russen uit verschillende afstammingen tentoon, evenals een nestje bestaande uit 2 blauwe en 2 witte Rusjes.

Maar hoe verscheen de Zwarte Rus in het plaatje  ?
Heel simpel.  In een nest van één van de derde generatie witte poezen kwam opeens een zwart kitten tevoorschijn.  Blijkbaar was de witte stammoeder onder haar witte jas  eigenlijk zwart en was dit gen ongemerkt doorgegeven aan een deel van haar nakomelingen.   Dit kon de enige reden zijn.
Begin 1984 hadden de Zwarte Russen van Jones vier generaties zwart op hun stamboom staan, maar tenminste 10 generaties van Myemgay Blauwe Russen gingen daaraan vooraf. 
Tot zover, in ’t kort,  het ontstaan van de eerste geregistreerde Witte en Zwarte Russen.

 

Talrijke fokkers uit Australië en Nieuw-Zeeland hebben veel gedaan om deze nieuwe kleuren verder te ontwikkelen en populair te maken, o.a. mevrouw Hilda Blackmore van de Yaralin Cattery uit Australië.  Zij heeft tot op hoge leeftijd o.a. Witte top-katten gefokt en geshowd.
Maar eigenlijk zijn deze 2 kleurslagen, buiten “Down Under”,  niet echt populair geworden in de rest van de wereld.  Verspreid over West-Europa zijn er maar een handjevol  fokkers  die vooral de Witte Rus fokken.